vrijdag 21 februari 2014

De ontmoeting: deel V


In deel I had ik al aangegeven dat mijn week meer inhoud had dan een korte samenvatting. Ik hoop dat het verhaal nog steeds boeit.

Woensdagnacht was een echte diepte punt. Nou heb ik best wel het een en ander meegemaakt in mijn leven- wie niet- maar nog nooit, eerlijk waar, nog nooit voelde ik me zo alleen. Nog nooit was God zo ver weg.

Ik zat op de bank ( ja weer) en huilde. “God, de hele week die u mij gegeven heeft beland in de prullenbak! ( of in mijn geval in bed, in bad en op de bank). Hoe kan dat nou? Dat is toch niet de bedoeling? Voor ons mensen bestaat een dag uit 24 uur. In die uren probeer ik in uw wil te leven. Ik kom uren te kort- of neem taken teveel op. Daar werk ik aan. Hoe kan het dat ik u niet voel? Dat ik 'n eenrichtingsgesprek voer. Waar bent u en wat doe ik dan zo verkeerd?

Toen ik uit Nieuw Zeeland weer naar Nederland terug kwam heb ik maar een paar persoonlijke spullen meegenomen. En maar een meubelstuk. De gemakkelijke stoel van mijn vader. Hier zat hij in om zijn krant te lezen, zijn ochtend koffie te drinken en lekker in te luieren. Hij heeft mij de stoel officieel gegeven- op papier geschreven ‘ deze stoel geef ik  als aandenken aan mijn dochter Anita. Om voor te zorgen, in te zitten en van te genieten net zoveel als ik altijd hebt gedaan’.

Als ik met weemoed aan mijn vader denk- ga ik erin zitten, als ik met vreugde aan mijn vader denk- ga ik erin zitten, als ik armen om me heen wil voelen in troost - ga ik in de stoel zitten. Het gevoel om op schoot te zitten met de armen van mijn vader om me heen geeft troost, warmte, liefde, rust.

Het was een uur of 11 s’ avonds. Manlief lag op bed- ook voor hem begint mijn onrust hem te beïnvloeden. Hij was moe en voelde zich ook niet helemaal echt lekker. Geen wonder. Mijn stemming en gedrag beïnvloedde de sfeer in huis. Ik zat op de bank, handen in mijn schoot, schouders bijna op mijn knieën zo ineen gedoken in mijn ellende.

Voor de tweede keer aan her-bekleden toe
Ik kon alleen maar aan die stoel denken. Ik mistte ‘het gevoel’ van die armen. Ik was in en in verdrietig. De strijd was me teveel geworden. Ik zat diep in gedachten toen het opeens tot me door drong dat ik me gesteund voelde. Maar ik zat niet in die stoel. Toch voelde ik de armen van mijn Vader om me heen. Ik zat muisstil- innerlijke rust overviel mij- alle gedachten die de onrust veroorzaakten waren verdwenen als sneeuwvlokjes in de lente zon. Ik zat- ik genoot, ik beleefde, ik werd getroost, ik voelde me gesteund, ik voelde warmte en liefde zo intense dat het mij stil sloeg. Geen gebed kwam over mijn lippen of in mijn hoofd. Niets behalve al die emoties en gevoelens.

God hield mij vast. Hij was zo aanwezig alsof ik daadwerkelijk bezoek had. Ik kon Hem voelen. Ik zat….ik beleefde, ik genoot!

Toen ik weer bewust van tijd werd was er anderhalf uur verstreken. Nee, mijn pijn en ongemak was niet verdwenen uit mijn lichaam. Ik voelde me nog ziek maar wel anders. Ik wilde hardop zingen en dansen. Het leek alsof de zon scheen in de kamer. Toch had ik geen lampen aan gehad. Ik zat in het donker.

Stilletjes zo blij als een kind ging ik naar beneden. Ik wilde slapen. Was het maar zo makkelijk. Ik draaide en woelde in het bed. De pijntjes weerhielden mij om makkelijk te kunnen liggen en in slaap te kunnen vallen. En na een uurtje ongeveer kroop ik maar WEER naar boven.

Het gekke was, ik was opeens niet slaperig, energie gierde door mijn lijf. Ik maakte een kopje thee en smeerde een beschuit met een dun laagje margarine. Weer op de bank- ach nu vond ik het niet eens erg. Ik was in gedachten verzonken- wat ik mee had gemaakt was zo bijzonder dat ik er even over na moest denken. Alle dingen die mij bezig hadden gehouden de afgelopen weken passeerde op de loopbaan die in gedachten voorbij gleden. Nu, ipv zwaarwegend waren het gewoon symbolen- plaatjes, gewoon ‘dingen’.


Ik was zo in gedachten verdiept dat ik de deur niet hoorde en opeens stond manlief in de keuken. Hij was wakker geworden, kon niet meer in slaap komen dus dacht, ach ga ik maar een kopje thee drinken. Terwijl hij in zijn stoel ging zitten zei hij tegen mij “ kom eens hier zitten, ik heb wat te bespreken. Ik wil wat aan je kwijt.”


2 opmerkingen:

  1. Je maakt het wel spannend zo. Wat fijn om God's aanwezigheid echt zo te ervaren!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het was inderdaad een spannende week- eigenlijk meer spannend dan ik met de pen beschrijven kan.

      Verwijderen