donderdag 11 februari 2021

Begrip en onbegrip

Wat leven wij in een moeilijk tijd. Eigenlijk is deze tijd niet anders dan anderen. We worden nu geconfronteerd met een virus van lichamelijke aard. Deze discrimineert niet. Pakt jong en oud. Sterk en zwak. Er wordt gewerkt aan vaccins en aan medicijnen om dit virus onder controle te krijgen en mogelijk zelfs uit te bannen. Een wapen om infecties en ziekte erdoor te voorkomen.

Er zijn maatregelen nodig ondertussen zodat de schade aan de gezondheid beperkt kunnen blijven. Dat niet de hele bevolking aan dit virus ten onder gaat. Ondertussen moeten bedrijven hun deuren sluiten. Er is leed, veel leed. Er is zelfs een avond klok. Iets wat sinds de oorlog jaren niet meer is voorgekomen. Nu hoeven we niet bang te zijn dat er bommen vallen of dat we op de hoek opgepakt worden door een groep vijandige soldaten, maar we zullen wel aangehouden worden door politie of stadswacht als wij buiten de aangekondigde tijden buiten zijn zonder goede reden. Dat vallen en bekeuringen, maar geen kogels.

Toch heeft deze pandemie veel bloot gelegd. Veel van onze jeugd weet zich niet te vermaken zonder dat ze in groepen buiten verzamelen. Het 'thuis blijven' lijkt een straf. Onze ouderen worden verweten dat ze een 'last' leeftijdsgroep' zijn. Want omdat de ziekenhuizen veel ouderen in de bedden hebben liggen, moeten de jongeren het bekopen met restricties. Met het 'afpakken' van hun jeugd. Er is onbegrip, er zijn beschuldigingen, er wordt de regering veel verweten, er is veel onbegrip en er zijn nog steeds mensen die denken aan complot theorieën en de virus ontkenners komen met geen bewijs alleen veel geroep en geschreeuw. Dit komt ook uit een angst- iets wat ongezien zoveel leed veroorzaakt. Dat snap ik. Heb ik begrip voor. Maar geen begrip voor de rellen, schade en schofterig gedrag tegen politie en andere zoals de gezondheidsmedewerkers of beveiliging.

Hoewel er begrijpelijk aan een vaccine en medicijnen wordt gewerkt, zou er ook naar de mens en de maatschappij gekeken mogen worden. Ook merk ik, dat er maar kleine dingen hoeven gebeuren of ik word of boos, verdrietig, onzeker of rusteloos. Veel meer voorkomend dan ik me ooit kan herinneren. Hoe komt dat toch denk ik dan? Misschien toch door de onbegrip en onmacht om mij heen. Door de beschuldigers en betweters die van alles roepen maar alleen maar tegengas geven en niets toevoegen aan de oplossingen.

Ik leef ontzettend mee met de eigenaren van bedrijven groot en klein die onder dit virus veel te lijden hebben. Ik begrijp hun frustratie als ze horen dat online verkoop van producten die zij zelf ook in hun assortiment hebben, met man en macht geleverd worden door een overbelast PostNL of andere bezorg instelling. Dat doet vast veel pijn. Ook heb ik begrip voor de reden dat de winkels dicht moesten. We bewegen veel te veel. Hoewel er gevraagd wordt maar met 1 persoon te komen winkelen, gaan mensen toch samen, want, ja je wil toch wat gezelligheid in deze moeilijke period. Ik snap het maar heb daar geen begrip voor. Dat willen we allemaal wel. Ik heb begrip voor de jeugd die graag naar een feestje wil. Ik heb geen begrip voor het idee dat 'ouderen' dat niet willen. Een 65ste of 80-90ste verjaardag vieren is net zo'n mijlpaal als iemand die 18 of 5 of 30 wordt. Je wil toch dat iedereen dat kan?

Vol bewondering kijk ik naar de mensen die in de front linie het werk moeten doen. Wat een helden. Ik doe het ze niet na, toch hoop ik dat wat ik wel doe, meedraagt aan het vechten tegen deze pandemie. Tegen het onwel zijn van onze samenleving. Tegen onverdraagzaamheid en onbegrip. Diegene die veel te roepen hebben in negativiteit, ik begrijp dat het uit frustratie is, toch heb ik onbegrip voor opstand en onverdraagzaamheid.

Momenteel zit mijn 'bubbel' in een vakantiehuisje in het bos in de sneeuw. Als een van ons nu naar de supermarkt hier gaat voor broodjes, lopen er misschien 2-3 mensen in de supermarkt. Geen 50 of 60 en zeker niet samen. Als wij de deur uit gaan te wandelen, komen we op afstand een enkeling tegen. Als wij thuis wandelen, moeten we constant uitwijken voor groepjes mensen die hetzelfde idee hebben, even naar buiten.

Ook hier, het gaan naar deze plek, heeft bij een enkeling onbegrip aangewakkerd. Wij zijn de reden dat de virus nog rond dwaalt. Wij zijn egoïsten. Wij zijn de Ikke ikke ikke generatie. Daar heb ik totaal geen begrip voor. Ik vind het zelfs zielig. Vanaf de rit in de auto, het aankomen op bestemming en het in gebruik nemen van ons plekje zijn wij met niemand in aanraking gekomen. We houden ons aan de regels. Wij behoeden voor 'in gevaar' brengen van anderen. Door uit de drukke omgeving te gaan- brengen wij niemand in gevaar. We zijn zelf voorziend, behalve dan die lekkere croissantjes 's morgens

Ik begon met het zeggen dat we geconfronteerd zijn met een virus van lichamelijke aard. Dit heeft een andere virus bloot gelegd. Die van ONBEGRIP. Die van het ontbreken van medeleven en zelf ingenomenheid in de maatschappij. Ik probeer, op mijn manier, goed te doen voor de samenleving en mijn gezondheid. Er zijn mensen in mijn omgeving waar ik de zorg en ook liefde voor hebt. Die mensen wil ik beschermen, steunen, hulp bieden, er voor zijn. Dan ga ik en mijn bubbel dit toch niet in gevaar brengen?

Zodra er wat verlichting komt in deze wereldse situatie wat betreft de Corona virus wil ik weer naar mijn kinderen gaan. Die heb ik in 20 maanden niet gezien. Dan ga ik toch voorzichtig om met het leven in het algemeen?

De spreuk, " Dit moeten we samen doen" blijkt toch moeilijk. Dat 'samen' is gesplitst in groepjes. Laten we een medicijnen vinden om deze virus in te dammen. Dat moet toch kunnen. 

Kies een middel: Begrip, inlevingsvermogen, samenhorigheid, medeleven. Wij mensen kunnen dit. Willen we het wel?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten