dinsdag 25 februari 2014

De Ontmoeting VII – De Ontknoping

En wat een gesprek.  Na lang en breed alles ( die dingetjes) besproken te hebben liep mijn man naar de voordeur, trok hij de deur open verdween in het donker en trok zonder pardon het verkoopbord uit onze tuin. Deze plaatste hij op het balkon, kwam binnen, trok de deur dicht en zei “ en nu neem ik een borrel. Zo, dat lucht op”.

Wij kijken ‘het allemaal’ nog even aan. De tijd om te vertrekken is misschien wel, misschien niet- dichtbij. Wij gaan niet meer actief proberen het huis te verkopen- die situatie gaan we per jaar herzien. De omstandigheden zullen bewijzen wat en wanneer die tijd er wel rijp voor is maar voorlopig dus niet. Al die andere ' dingetjes' gaan we ook stuk voor stuk aanpakken. Niet overhaastig maar doordacht en in overleg, met elkaar en in gebed.


Ben ik opgelucht?  Nou, dat ervaar ik nog even niet zo. Wel heb ik rust. Manlief is meer ontspannen en dat is ook goud waard. Er spelen uiteraard ook die andere ‘dingen’- en ook zal ik met die bijzaken rust moeten vinden.

Nu denken jullie, “ha, dan was zij ook meteen de volgende dag weer beter?”. Nou echt niet. De hele week stond in teken van ziek zijn in lichaam en geest. Mijn lichaam had meer tijd nodig om bij te komen. Vanaf zaterdag ging het stukken beter en vanaf vandaag, maandag voel ik me weer een gezond mens. Mijn afspraak bij de dokter blijf ik wel aanhouden- niet omdat ik twijfel maar ik kan alleen getuigen dat het beter gaat als ik dat zelf laat zien. Ik word door de geschiedenis wel in de gaten gehouden als er bij de nieren weer onrust is.

Vanuit mijn verstand weet ik dat ik in Het Boek allerlei ondersteunende verzen, lezingen en psalmen kan en moet gebruiken, lezen, inzetten. Dat doe en deed ik ook. Toch ging ik deze strijd ( niet vrijwillig moet ik zeggen) aan. Het was een ware strijd die alleen God kon winnen.

De vrijdagochtend pakten ik Het Boek en opende het lukraak- en las

Romeinen- De kracht van het goede nieuws  ( 1:6)

Hij heeft mij uitgekozen om zijn apostel te zijn en overal het Goede Nieuws bekend te maken, namelijk dat God nu heeft gedaan wat Hij lang geleden door zijn profeten in de Boeken al had beloofd. Het gaat over Gods Zoon Jesus Christus onze Here. Menselijk gezien stamt Hij van David af. Door dat Hij terugkwam uit de dood heeft de Heilige geest met kracht bewezen dat Hij de Zoon van God is. Jesus Christus heeft mij de genade gegeven en tot apostel gemaakt om mensen van alle volken op te roepen God te gehoorzamen en in Jesus Christus te geloven. U ( dus ik)  hoort daar ook bij, ook u ( dus ik ook) bent geroepen om bij Jesus Christus te horen.”

Alleluia


Ik behoor aan God toe en geen ander. Ik zal weer hard moeten werken om mijn relatie tot God aan te sterken, dat ik stres en onzekerheid opnieuw los moet leren laten en op God’s genade en liefde nog meer en sterker moet gaan vertrouwen.


maandag 24 februari 2014

De ontmoeting: deel VI

“Kom eens hier zitten. Ik heb wat met je te bespreken. Ik wil wat aan je kwijt.” Het is 2:30 in de nacht. Ik zit nog na te genieten en me af te vragen wat dit allemaal te betekenen heeft!

Al een tijdje spelen er een aantal onderwerpen in ons huishouden. Dingen die veel energie vergen, die steeds terugkeren door geen duidelijke oplossingen uit de gesprekken voortkomen. Belangrijke dingen die ons niet loslaten.

Dingetje 1. Ik werk al 2 jaar niet meer als leerkracht en breng geen tot weinig geld binnen. Ik geef een enkele keer een computer cursus en heb een paar mooie fotoalbums mogen maken maar de vraag hiernaar is niet genoeg om onze inkomsten op peil te houden. Wij bijten niet op een houtje toch raakt het potje geleidelijk aan behoorlijk leeg. We zijn gezegend dat we een potje hebben- dat is een ding dat waar is. En daar zijn wij ook dankbaar voor- ook dat is een waarheid. We zijn nuchter genoeg te realiseren dat om bij te tanken ECHT geld nodig is. We hebben een paar projecten in gedachten, daar werk ik dagelijks aan maar is nog niets concreets gebeurt of gerealiseerd. Geld maakt niet gelukkig maar betaald wel de rekeningen. Ik heb gebeden om ingeving en begeleiding- zijn wij goed bezig?

Dingetje 2: Die pijnklachten en gezondheidsissues maken mij wat onzeker. Twee en half jaar geleden met Nierbekkenontsteking en vermoedelijke hernia met spoed ( ambulance) opgenomen- nadat ik buiten bewustzijn was geraakt vanwege de pijn.  Twee maanden heb ik nodig gehad met behulp van morfine om bij te komen en nog een jaar om alles aan te kunnen en mijn energie niveau opgebouwd te hebben.

Dingetje 3: Manlief werkt voor twee bazen- een baan die hij vanuit huis kan doen en eentje die veel vergadertijd en bijeenkomsten inhoud. Binnenkort moeten wij het doen met een baan van weinig uurtjes.

Dingetje 4: Gezien onze leeftijd is het ook logisch te denken als je een huis hebt dat daar geld in zit- dus hadden wij besloten om ons huis te verkopen en simpeler te gaan wonen. Ons dijkhuis is sfeervol, ligt prachtig gelegen aan een waterwiel en we zijn omringd door beeldschoon natuur, super lieve buren en een leuke omgeving. Dit wilde wij inruilen voor een wat praktischere situatie, ook mooi gelegen maar minder vrij en weg bij de buren waar wij zoveel plezier mee beleven. 

Enfin, zo kan ik nog wel een paar ‘dingetjes’ benoemen maar dit schetst wel een duidelijk plaatje. Al deze ‘dingetjes’ heb ik in mijn gebed opgenomen, wijsheid gezocht, actief mee bezig geweest enz enz. En hoe veel en krachtig ik ook maar bad hoe weinig beweging er in een oplossing kwam. 
Wel tegenslagen en meer 'dingetjes'.  Erg ontmoedigend.

En nu, na mijn GEWELDIGE Ontmoeting, ervaring, beleving zegt mijn man om half drie in de nacht “ kom, ik wil wat met je bespreken.”


Over een snelle reactie gesproken !








vrijdag 21 februari 2014

De ontmoeting: deel V


In deel I had ik al aangegeven dat mijn week meer inhoud had dan een korte samenvatting. Ik hoop dat het verhaal nog steeds boeit.

Woensdagnacht was een echte diepte punt. Nou heb ik best wel het een en ander meegemaakt in mijn leven- wie niet- maar nog nooit, eerlijk waar, nog nooit voelde ik me zo alleen. Nog nooit was God zo ver weg.

Ik zat op de bank ( ja weer) en huilde. “God, de hele week die u mij gegeven heeft beland in de prullenbak! ( of in mijn geval in bed, in bad en op de bank). Hoe kan dat nou? Dat is toch niet de bedoeling? Voor ons mensen bestaat een dag uit 24 uur. In die uren probeer ik in uw wil te leven. Ik kom uren te kort- of neem taken teveel op. Daar werk ik aan. Hoe kan het dat ik u niet voel? Dat ik 'n eenrichtingsgesprek voer. Waar bent u en wat doe ik dan zo verkeerd?

Toen ik uit Nieuw Zeeland weer naar Nederland terug kwam heb ik maar een paar persoonlijke spullen meegenomen. En maar een meubelstuk. De gemakkelijke stoel van mijn vader. Hier zat hij in om zijn krant te lezen, zijn ochtend koffie te drinken en lekker in te luieren. Hij heeft mij de stoel officieel gegeven- op papier geschreven ‘ deze stoel geef ik  als aandenken aan mijn dochter Anita. Om voor te zorgen, in te zitten en van te genieten net zoveel als ik altijd hebt gedaan’.

Als ik met weemoed aan mijn vader denk- ga ik erin zitten, als ik met vreugde aan mijn vader denk- ga ik erin zitten, als ik armen om me heen wil voelen in troost - ga ik in de stoel zitten. Het gevoel om op schoot te zitten met de armen van mijn vader om me heen geeft troost, warmte, liefde, rust.

Het was een uur of 11 s’ avonds. Manlief lag op bed- ook voor hem begint mijn onrust hem te beïnvloeden. Hij was moe en voelde zich ook niet helemaal echt lekker. Geen wonder. Mijn stemming en gedrag beïnvloedde de sfeer in huis. Ik zat op de bank, handen in mijn schoot, schouders bijna op mijn knieën zo ineen gedoken in mijn ellende.

Voor de tweede keer aan her-bekleden toe
Ik kon alleen maar aan die stoel denken. Ik mistte ‘het gevoel’ van die armen. Ik was in en in verdrietig. De strijd was me teveel geworden. Ik zat diep in gedachten toen het opeens tot me door drong dat ik me gesteund voelde. Maar ik zat niet in die stoel. Toch voelde ik de armen van mijn Vader om me heen. Ik zat muisstil- innerlijke rust overviel mij- alle gedachten die de onrust veroorzaakten waren verdwenen als sneeuwvlokjes in de lente zon. Ik zat- ik genoot, ik beleefde, ik werd getroost, ik voelde me gesteund, ik voelde warmte en liefde zo intense dat het mij stil sloeg. Geen gebed kwam over mijn lippen of in mijn hoofd. Niets behalve al die emoties en gevoelens.

God hield mij vast. Hij was zo aanwezig alsof ik daadwerkelijk bezoek had. Ik kon Hem voelen. Ik zat….ik beleefde, ik genoot!

Toen ik weer bewust van tijd werd was er anderhalf uur verstreken. Nee, mijn pijn en ongemak was niet verdwenen uit mijn lichaam. Ik voelde me nog ziek maar wel anders. Ik wilde hardop zingen en dansen. Het leek alsof de zon scheen in de kamer. Toch had ik geen lampen aan gehad. Ik zat in het donker.

Stilletjes zo blij als een kind ging ik naar beneden. Ik wilde slapen. Was het maar zo makkelijk. Ik draaide en woelde in het bed. De pijntjes weerhielden mij om makkelijk te kunnen liggen en in slaap te kunnen vallen. En na een uurtje ongeveer kroop ik maar WEER naar boven.

Het gekke was, ik was opeens niet slaperig, energie gierde door mijn lijf. Ik maakte een kopje thee en smeerde een beschuit met een dun laagje margarine. Weer op de bank- ach nu vond ik het niet eens erg. Ik was in gedachten verzonken- wat ik mee had gemaakt was zo bijzonder dat ik er even over na moest denken. Alle dingen die mij bezig hadden gehouden de afgelopen weken passeerde op de loopbaan die in gedachten voorbij gleden. Nu, ipv zwaarwegend waren het gewoon symbolen- plaatjes, gewoon ‘dingen’.


Ik was zo in gedachten verdiept dat ik de deur niet hoorde en opeens stond manlief in de keuken. Hij was wakker geworden, kon niet meer in slaap komen dus dacht, ach ga ik maar een kopje thee drinken. Terwijl hij in zijn stoel ging zitten zei hij tegen mij “ kom eens hier zitten, ik heb wat te bespreken. Ik wil wat aan je kwijt.”


donderdag 20 februari 2014

De ontmoeting: Deel IV


Het was half zes in de ochtend. Na mezelf uit de knoop gedraaid te hebben van de  slaapuurtjes op de bank waagde ik de afdaling naar beneden. Manlief sliep nog- zachtjes betrad ik de badkamer- en suite en liet ik het bad vollopen. Ik liet me in het zeer warme water glijden en voelde mijn spieren weer ontspannen. Toen ik weer op de klok keek was het 8 uur. Zo, dat was even opkijken.

Vanuit bad zo weer in bed. Hoe kan dat nou, ik zou toch nu wat opgeknapt zijn. Dat was toch de
afspraak vannacht. Om 11 uur klom ik de trap nogmaals naar boven. Ik wilde een tijde wakker blijven en mogelijk iets eten, hopen dat het erin blijft. Drinken deed ik ook maar mondjes maat dus daar moest ik ook op gaan letten. Ik begon steeds meer de verschijnselen en situatie te herkennen- uit het verleden. Ik werd er een beetje zenuwachtig van.

Volgens mij had ik mijn communicatie met God even op ‘wacht’ gezet. Dus eenmaal weer op de bank zette ik mijn gesprek voort. Nu wat meer geforceerd. Ik voelde me niet op mijn gemak. Waarom knapte ik niet op? Had ik iets niet goed gedaan? Had ik teveel gevraagd en niet genoeg bedankt? Maar wacht eens even. Wij zijn niet als poppetjes gemaakt, die dansen als er aan touwtjes getrokken worden. Wij hebben een eigen wil gekregen, rechten en plichten, kansen en mogelijkheden. Het leven ‘overvalt’ me niet. Ik ga links om of rechts om of recht door, over de hobbel of eromheen. Ik neem kansen of laat ze schieten. Ik vraag voor wijsheid- of neem soms beslissingen die achteraf beter anders hadden gekund. Toch neem ik ze zelf.

Het is toch niet zo dat ik iets beloof zodat God me dan zou helpen? Zoiets als, voor wat hoort wat! Dat zou tegenstrijdig zijn. Wel probeer ik zo trouw en gehoorzaam mogelijk te zijn. Zijn wetten te volgen, er zijn voor anderen, doen wat op mijn pad komt ten goede voor en van mijn medemens. I ben mens en maak menselijke fouten. Zo leer ik over het leven.

Opeens hoorde ik mezelf in gebed zeggen, “ Als ik dit dan doe- doet u dan dat?” en dat was niet mijn
bedoeling. Weer kreeg ik het gevoel dat ik aan het handelen was, aan de ene prestatie tegenover de andere te zetten. Dit kan toch niet waar zijn? Toch was het zo.

Al dat ‘in mijn hoofd gedoe’ verzorgde mij alleen maar meer koorts en ongemak in mijn lijf. Op een of andere manier voelde ik me zo ALLEEN in mijn strijd. Een stem in de ruimte- die nergens ten oren kwam.

Hoort u mij wel? Hallooo, er gaat weer een dag verloren. Wat moet er van deze week worden? Ik loop achter, straks niet meer in te halen. Kansen die ik op wil nemen en voor wil gaan glippen uit mijn handen. Klop, klop ik ben er hoor! Bent u er ook?


Oh, wat vermoeiend. Hoe kom ik hier nou uit? Moet ik toegeven aan mijn ziek lichaam en het maar laten gebeuren- of moet ik het aanvechten? Geen ruimte geven aan datgene wat mij dwars ligt? Wat ik ook maar bedacht, ik was moe, slap, voelde me weerloos en alleen. 

In en in alleen.


woensdag 19 februari 2014

De Ontmoeting: Deel III

De afgelopen 16 uur waren grotendeels geen leuke geweest wat lichamelijk betreft. Beroerd, slap en vooral zeer zat ik in dit lijf gevangen. Het leek wel of ik mijn lichaam ingeruild had voor een ander model. Ik voelde me hier niet in thuis. Nou weet ik het wel. Er zijn ergere dingen, zwaardere ziektes en meer ernstige omstandigheden waarin mensen zich bevinden. Dat staat boven kijf. Toch had ik met mezelf te doen. De manier waarop ik een goede dag om zag slaan in een zieke, ongewenste en vooral ongemakkelijke omstandigheid viel me zwaar. Ik ontwaakte diep in de nacht, zwetend en misselijk. Alles deed zeer en ik voelde me ‘ZIELIG’.

Door mijn onrustige houding, ik woelde en draaide in bed, besloot ik om eruit te gaan, wat te drinken en even te bewegen. Al dat liggen had als gevolg dat ik pijn in  mijn rug had gekregen en ik kon geen goede houding vinden om te liggen. Zachtjes, zonder manlief te storen taste mijn tenen voor mijn sloffen en kon ik PROBLEEMLOOS mijn badjas van de haak halen zonder het licht aan te doen. De kachel zou uit staan boven en gezien mijn blote benen moest ik toch de kast open trekken voor een legging of lange sokken. Ook dat is in het donker gelukt. Je moet je niet afvragen hoe modieus ik eruit zag- daar valt geen plaatje van te maken. Maar warm was ik wel.

Eenmaal op de bank met mijn plaid kon ik me ontspannen. Ik had een paar glazen water op. Dat voelde zoals het eruit ziet als je een droge spons in een emmer water stopt. Ik had zo’n DORST. In het donker was het ook mogelijk om allerlei andere gedachten weg te houden en te concentreren op gebed. In alle stilte en rust kwam ik tot de conclusie dat ik me behoorlijk aanstelde. Het is maar een griepje- vermaande ik mezelf. Doe eens niet zo overdreven. Wees dankbaar dat het iets van korte duur is. U kent het wel denk ik.

Oprecht, met dank zowel als met verzoek bracht ik wat tijd met God door. Tenminste dat was mijn doelstelling en ik had er alle VERTROUWEN in dat ook God naar mij zou luisteren. Ik vergeleek het met de periode toen mijn kinderen klein waren en ook wel eens in de lappenmand belandde. De een iets makkelijker hiermee omgaand dan de ander. Als moeder, als ouder, wil je niets liever dan dat je kinderen gezond en gelukkig zijn. Het liefst nog vrolijk en vriendelijk erbij. Dus als ouder, doe je er alles aan om dat te besturen, bij helpen en bewerkstelligen. Zo dacht ik er over en gezien ik een kind van God ben, dat als Vader Hij er ook zo over denkt. Ja, toch?


Op de bank die nacht viel ik al biddend, communicerend met mijn Vader, in slaap. Alles zou nu goed komen- dat wist ik zeker. Er was werk aan de winkel. Deze week stond in het teken van: DOEN. Zoals het nu was, stond deze week in teken van STILSTAAN, of in mijn geval, LIGGEN! Ik moet plannen en ideeën uitwerken en uitvoeren. Dat was HET plan, MIJN plan. Daar was ik mee bezig, stond op mijn ‘to do lijst’  en dat ging gebeuren. Zeker weten. Geen haar op mijn hoofd wat eraan twijfelde – ( wat een gekke uitspraak eigenlijk, dat haar niet twijfelt. Haren kunnen toch alleen maar groeien?) Het gekke is, dat ik al een paar weken onrustig ben. Ik heb er geen verklaring voor. Een onrustig onderbuik gevoel die erg aanwezig was en bleef. Ik herkende iets maar kon mijn vinger er niet op leggen- zou toch pijn gedaan hebben.

Wat kunnen zo'n paar dagen dan eeuwen duren!